De afgelopen tijd zien wij veel honden en katten op het spreekuur die toch vlooien hebben, terwijl de eigenaar van mening is een effectieve vlobestrijding te hebben gedaan. Vaak is de eigenaar erg verbaasd en schrikt er zelfs van dat zijn huisdier toch vlooien heeft. Voor degene die het nog niet wist...De vlooien die wij zien zijn het topje van de ijsberg. De meeste vlooien zitten namelijk niet op de dieren maar in de omgeving. Dus in de tuin en vooral in huis. En dan te bedenken dat onze lieve huisgenoten vaak ook nog op de bank of zelfs op bed mogen. Hier vallen de door de vlooien gelegde eitjes uit de vacht. Als ze uitkomen voeden de larven zich met organisch materiaal in die omgeving, vooral huidschilfers maar ook vlooienontlasting.
Tegenwoordig wordt het grootste gedeelte van de vlobesmettingen veroorzaakt door de kattenvlo. Recent is hier onderzoek naar gedaan. Vlooien kunnen overigens ziektekiemen overbrengen (wormen, bacteriën), zorgen voor jeuk, bloedarmoede bij jonge dieren, allergieën en zijn tenslotte niet te beroerd om een uitstapje bij de eigenaar te maken…
Vlooiencyclus
In de warmere periodes komen de vlooien veelvuldiger voor, maar ook tijdens de wintermaanden kunnen de beestjes zonder probleem binnenshuis overleven. Ze planten zich in een sneltreinvoort, tien vlooien kunnen in één maand voor zo'n 250.00 nakomelingen zorgen! Het is dus van cruciaal belang dat u preventief te werk gaat en de vlooiencyclus onderbreekt. Een vrouwtjesvlo legt zo'n 400 tot 1000 eitjes op uw hond. Deze eitjes vallen van het dier af in de leefomgeving, na een paar dagen kruip er uit dit eitje een larve. Na een aantal weken vervelt deze larve tot een po, uit deze pop komt ongeveer na een week een hongerige vlo. Deze springt zo snel mogelijk op uw hond om bloed te zuigen. Een larve van de vlo is heel moeilijk te zien, want deze is maar 0.5 mm dik en 3 tot 5mm lang. De ideale temperatuur voor een larve is zo'n 20°C en 70 tot 85% relatieve vochtigheid. WanNeer u de vloer dus dweilt vinden de larven dit heerlijk, want u zorgt voor een lekker vochtig klimaat! Wanneer u denkt de larven te verwijderen met de stofzuiger dan moeten wij u helaas teleurstellen, uit proeven blijkt dat slecht 20% weg te zuigen is. Onder de 10°C gaan vlooieneitjes en larven dood.
Vlooienpoepjes
Vlooienpoepjes kunnen ook een aanwijzing zijn dat uw huisdier vlooien heeft. U vindt ze in de vacht, dit zijn kleine zwartbruine korreltjes, die als u ze op een nat wit tissue legt roodbruin verkleuren. Dit komt doordat ze restanten van verteerd bloed bevatten. Soms zijn ze moeilijk te zien in een donkere dichte vacht. Van belang is om op de goede plaats te kijken. De meest typische plaatsen voor vlooien en vlooienpoepjes bij de hond zijn achter op de rug, boven de staartbasis en onder de buik in de liezen. Bij de kat soms ook nog in de nek. Ziet u ook de vlooien in de vacht lopen dan betekent dit dat er een groot vloprobleem is, en dat er zeker ook in huis veel vlooien, larven eieren en poppen aanwezig zijn.
Falende vlobehandeling
In een onderzoek is gekeken waarom eigenaren, ondanks de inzet van goede middelen, toch niet van een vlooienplaag afkwamen. Vaak wordt verondersteld dat de vlooien resistent aan het worden zijn, maar daar is wetenschappelijk nog geen bewijs voor gevonden. Het blijkt wel dat juist de eigenaar de zwakke schakel is in de bestrijding van de vlo.
In 31% van de gevallen werd er een onvoldoende werkzame concentratie bereikt met vlooiendruppels door een verkeerde toepassing. Een verkeerde plaats (waar het dier de stof kan weglikken) en inwrijven (de helft blijft aan je eigen hand zitten) waren hiervan de duidelijkste oorzaken.
In 62% van de gevallen is aangetoond dat te kort werd behandeld of dat de frequentie van behandelen niet juist was. Veel mensen denken dat eens per drie tot vier maanden behandelen voldoende is. Echter, in de warmere periode van het jaar, maar toch ook in de winter in huis, moet dit veel vaker (mede afhankelijk van het betreffende vlooienmiddel). Zeker als er al een vlooienplaag is, is het van belang dat er voldoende lang, en met de juiste tussentijd wordt behandeld. Gebeurt dit niet, krijgt de vlooienpopulatie weer opnieuw de kans zich uit te breiden. In de winter kan de frequentie enigszins verminderd worden, maar bedenk: binnen in huis is het door de verwarming lekker warm, waardoor de vlocyclus toch weer snel verloopt en een volgende generatie vlooien snel ontstaat.
Een andere veel gemaakte fout is dat niet alle huisdieren worden behandeld. Bijvoorbeeld de hond wordt keurig behandeld maar men vergeet de kat. Deze zorgt dan uiteraard voor verse aanvoer van vlooien van buiten!
Als er al een besmetting is kan de behandeling lang duren want alle stadia van de vlo moeten volwassen en gedood worden. Hierbij mag geen nieuwe aanvoer zijn en moet het huis geleidelijk vrijgemaakt worden van de besmetting. Eigenaren denken vaak dat de behandeling onvoldoende werkt, omdat ze nog steeds vlooien zien. Dit zijn echter steeds weer nieuwe generaties vlooien die uitkomen uit de gelegde vlooieneieren en poppen, die in huis aanwezig zijn.
Vlooienplaag na vakantie
Vaak zie je na een vakantie een vlooienplaag optreden. Als de hond of kat vooraf vlooien had, heb je altijd ook een besmetting in huis (één vlo op de hond betekent vaak negen vlooien in de omgeving). De cyclus van de vlo gaat tijdens deze vakantieperiode gewoon door, vaak tot het popstadium. Als u dan na de vakantie weer terug thuis komt worden deze poppen door de trillingen en de lichaamswarmte van de bewoners opeens actief en verpoppen ze zich tot nieuwe vlooien. De huisdieren, maar soms ook de mens worden besprongen door hongerige vlooien.
Zaak om dus voor u op vakantie gaat de leefomgeving van uw huisdier met een goede vlooienspray te behandelen!
Van groot belang blijft dus naast de behandeling tegen vlooien op uw huisdier, de behandeling van de omgeving. Slecht 5% van het vlooienprobleem (volwassen vlooien) zit op uw huisdier. De andere 95% in de vorm van eieren, larven, poppen zit in de omgeving. Dus als u vlooien op uw huisdier vindt is dit slechts het topje van de ijsberg. Als je dit niet behandelt en blijft behandelen, blijf het probleem telkens terugkeren. Een nieuwe generatie vlooien besmet uw huisdier telkens opnieuw. De herhalingen van de behandelingen dienen op het juiste tijdstip plaats te vinden. Zo moet het huis geleidelijk aan “vrijgemaakt” worden van besmetting.
Vlooienbehandelingen gaan vaak ook gepaard met preventieve tekenbehandelingen. Vraag ernaar bij uw dierenarts!